Ulinastatine voor postoperatieve pijncontrole : een alternatief voor opioïden

Ulinastatine is nog niet op de Belgische markt, maar wordt reeds in Japan, China, India en andere Aziatische landen ingezet voor de behandeling van acute pancreatitis. Van ulinastatine is eveneens geweten dat het ontstekingsremmende effecten heeft waarnaar onderzoek wordt gedaan. In deze context biedt deze molecule voordelen bij het onder controle houden van postoperatieve pijn en om het risico van het gebruik van opioïden te verminderen.

Het veelvuldig voorschrijven van opioïden na een ingreep heeft een invloed op het algemene gebruik van opioïden wereldwijd. Chirurgen schrijven vaak opioïden voor na het plaatsen van een heupprothese, een operatie waarbij daarna vaak matige tot ernstige pijn optreedt. NSAID’s mogen dan wel de inzet van opioïden verminderen, ze zijn niet steeds effectief en het gebruik is beperkt omwille van de gekende gastro-intestinale bijwerkingen. Ulinastatine is een afgeleid product van urine van mannelijke volwassenen en uit verschillende studies is gebleken dat het anti-inflammatoire en pijnstillende effecten heeft. Ook lijkt het erop dat deze behandeling de effectiviteit van opioïden (sufentanil) kan verbeteren wanneer het in combinatie hiermee wordt ingezet. De beschikbare data moeten echter worden bevestigd omwille vane de kleine steekproefomvang van deze studies. De bedoeling van deze recente studie was om de effectiviteit en veiligheid van ulinastatine te beoordelen om postoperatieve pijn te verlichten en om de nood aan opioïden te verminderen bij patiënten die een nieuwe heupprothese kregen.

Dubbelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie

De studie waarover het in dit artikel gaat was een dubbelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie. Belangrijkste eindpunt was de hoeveelheid morfine over een periode van 72 uur. Voor een voldoende statistische power van 80% moest de inclusie minstens 90 deelnemers omvatten. Uiteindelijk waren er 52 deelnemers in de controlegroep en 56 in de interventiegroep. Beide groepen moesten een electieve heupprothese-ingreep ondergaan met een ASA-classificatie van I tot III. Geen enkele patiënt kreeg een NSAID, noch paracetamol. De patiënten van de experimentele groep kreeg 10 UI ulinastatine via infuus toegediend tijdens de operatie en 50 UI via een postoperatieve pijnpomp. Een consensus tussen experts kwam tot deze dosis na een aanpak op basis van mogelijke klinische scenario’s. Patiënten van beide groepen kregen postoperatief een concentratie van 0,8 mg/ml morfine toegediend. 

Minder morfineconsumptie bij interventiegroep

De evaluatie van de pijn 24, 48 en 72 uur na de operatie gebeurde aan de hand van de visueel analoge schaal. De follow-up duurde tot vier maanden na de ingreep. Tweeënzeventig uur na de operatie bedroeg de gemiddelde morfineconsumptie in de controlegroep 66,6 mg en slechts 54,5 mg in de experimentele groep. Dit verminderde gebruik van opioïden zorgde niet voor hogere pijnscores, noch voor de inzet van noodpijnstillers. Beide groepen waren tevreden over het onder controle houden van de pijn tijdens de hospitalisatie.

Bepalen van de ideale therapeutische dosis 

Ulinastatine lijkt dus veelbelovend te zijn, want er is een lagere totale consumptie van opioïden tijdens de postoperatieve periode zonder de pijnervaring te veranderen. Toekomstige studies zullen de meest effectieve en veilige therapeutische dosis moeten bepalen met het oog op de inclusie van deze molecule in een postoperatief protocol.

 

Bron: https://www.mediquality.net

 

Geef een reactie

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *